Gebedsbroeders

Iedereen denkt na over zichzelf, iedereen beoordeelt zichzelf. Iedereen heeft waarschijnlijk wel een verbeterpunt, een kleine verandering in zijn/haar uiterlijk of een karaktereigenschap die niet gewenst is. En als je vaak tv kijkt, stapelen de uiterlijke verbeterpunten zich op. Niemand wil van de mode afwijken iedereen is bezig met afvallen, hetzij door Sonja bakker of een nieuwe fitnesszaak in de stad.  Waarom zou je tevreden zijn met hoe je er nu uit ziet?
 
Denk je wel eens aan wat God denkt als je in de spiegel kijkt? Weet je wat God ziet als Hij naar jou kijkt? Tuurlijk weet je dat, maar besef je het ook?!
Als je goed kijkt in de spiegel van God’s woord, en je ziet daar al je tekortkomingen, al je zonden, alle daden die je vies en smerig maken, alles wat Jezus niet had, wat gaat er dan door je hoofd? Ik ben niet goed genoeg? Ik ben het niet waard God’s kind te zijn? Hoe kan God nou van mij houden? Waarom leef ik eigenlijk nog? Heb je jezelf wel eens dit soort vragen gesteld?! Wat is God’s antwoord?
Ik houdt van jou!
Waarom houdt God van jou? Waarom spuugt Hij je niet uit als een verrotte vrucht? Omdat de voorwaarde voor zijn liefde voor eens en altijd is gegeven in zijn zoon Jezus Christus! Geloof je de dood en opstanding van Jezus, dan geloof je in een onvoorwaardelijke liefde van God. Dat betekend dus dat je geen invloed kan uitoefenen op zijn liefde, of je je nu gedraagt of niet, Hij houdt evenveel van je. Of je nu wordt gepest of populair bent, Hij houdt van je. Of je nu Marokkaans, Turks of Nederlands bent; Hij houdt zo ongelofelijk veel van jou. We kunnen niet eens een klein deel van zijn liefde beseffen, zo veel heeft Hij ons lief. En deze liefde werd bewezen in de dood van Jezus aan het kruis.

Wat zie je als je in de spiegel kijkt? Geloof je dat God van je houdt? Ga je stoppen met zijn liefde proberen te verdienen en ga je beginnen met zijn liefde ontvangen? Niemand kan God’s liefde verdienen, het is een gift, accepteer dat en geloof dat als je de volgende keer in de spiegel kijkt.

Groetjes,

Mark Winkelaar