Gebedsbroeders

Laatst besloot ik het boek Genesis door te lezen. Hoofdstuk 3 waarin satan Adam en Eva verleidt, inspireerde mij tot het schrijven van deze post.

In  2 Korintiërs 2:11 schrijft Paulus:

We moeten er namelijk voor oppassen dat satan ons niet gebruikt; zijn plannen kennen we maar al te goed.

In een strijd is het belangrijk de tactieken van je vijand te kennen, zodat je weet hoe je kunt standhouden. In Johannes 8:44 zegt Jezus over satan:

Hij is vanaf het begin een moordenaar geweest. Hij hoort niet bij de waarheid, omdat er geen waarheid in hem is. Wanneer hij liegt, spreekt hij zoals hij is: een aartsleugenaar, de vader van de leugen.

Lees de volgende leugens van Satan maar eens waarmee hij mensen probeert te verleiden:

Satan in het paradijs:
• ‘Is het waar dat God gezegd heeft dat jullie van geen enkele boom in de tuin mogen eten?’
• ‘Jullie zullen helemaal niet sterven, integendeel, God weet dat jullie de ogen zullen opengaan zodra je daarvan eet, dat jullie dan als goden zullen zijn en kennis zullen hebben van goed en kwaad.’

Satan in de woestijn bij Jezus:
• ‘Als u de Zoon van God bent, beveel die steen dan in een brood te veranderen.’
• ‘Ik geef u de macht over dat alles en ook de roem die ermee gepaard gaat, want ik kan daarover beschikken en ik geef het aan wie ik wil; als u in aanbidding voor mij neervalt, zal dat allemaal van u zijn.’
• ‘Als u de Zoon van God bent, spring dan naar beneden. Want er staat geschreven: “Zijn engelen zal hij opdracht geven om over u te waken.” En ook: “Op hun handen zullen zij u dragen, zodat u uw voet niet zult stoten aan een steen.”’

Satan probeert je op allerlei manieren in leugens verstrikt te laten raken, om je zo van het rechte pad, bij God vandaan, af te halen.
Leer daarom van Jezus en (Jakobus 4:7):

Onderwerp u dus aan God, en verzet u tegen de duivel, dan zal die van u wegvluchten.

Haal Gods Waarheid uit de Bijbel en focus daarop wanneer satan je met leugens probeert te verleiden. Dan heeft hij geen poot om op te staan en zal hij zoals hierboven staat, met de staart tussen de benen moeten vertrekken!

Zegen, Jarik